Gezondheid
Binnen een gezond dieet, met voldoende groente en fruit, kunnen ook dierlijke vetten goed passen. Kijkend naar de dierlijke vetten is rundvet het meest verzadigd, gevolgd door varkensvet, en met een kippenvet/olie met een vergelijkbaar linolzuurgehalte als koolraapzaadolie. Alle dierlijke vetten zijn rijk aan oliezuur (C18:1).
Bij frituren op hoge temperaturen is een meer verzadigd vet zoals rundvet zeer verantwoord, omdat er dan aantoonbaar minder schadelijke stoffen ontstaan, zoals bijvoorbeeld hydroperoxiden, aldehyden en ketonen.
Dierlijk vet wordt vermeld en aangeduid op het etiket als 'dierlijke olie' of 'dierlijk vet', of met de vermelding van de specifieke dierlijke oorsprong (zoals voorgeschreven in de Verordening 1169/2011 BIJLAGE VII).
In de menselijke voeding komen twee soorten transvetzuren voor: de eerste wordt van nature aangetroffen in vlees en zuivel van herkauwers, de tweede ontstaat bij het industrieel harden van oliën. Eten bevat altijd wel wat transvet. Gemiddeld eten we in Nederland ongeveer 0,7 gram transvet per dag. Dat is minder dan de bovengrens die de Gezondheidsraad adviseert. Dierlijke vetten bevatten het transvetzuur geconjugeerd linolzuur (CLA). De natuurlijke CLA's zijn goed te onderscheiden van de in een industrieel hardingsproces gecreëerde transvetzuren. Uit onderzoek bij proefdieren en laboratoriumonderzoek zijn er aanwijzingen gevonden voor mogelijk positieve effecten van CLA, zoals een lager risico op kanker, een betere weerstand, gewichtsverlies en een betere lichaamssamenstelling met minder vet en meer spier. Er zijn veel supplementen op de markt waaraan CLA's zijn toegevoegd.
Dierlijk vet bevat van nature cholesterol. Cholesterol is een essentieel nutriënt en speelt een belangrijke rol in vele lichaamsprocessen. Je lever maakt het grootste deel van het cholesterol zelf aan. Cholesterol uit de voeding draagt beperkt bij aan een te hoog cholesterolgehalte in je bloed.
De VVS behartigt uitsluitend de belangen van producenten van slachtbijproducten van landdieren.